Volgens de wet zijn ouders onderhoudsplichtig jegens hun kinderen gedurende hun minderjarigheid (tot 18 jaar) en hun jongmeerderjarigheid (18-21 jaar).
Meestal wordt voor de berekening van de kosten van kinderen gebruik gemaakt van een zogeheten NIBUD-tabellenmethode. Die tabellen nemen drie factoren als uitgangspunt: het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en het gezinsinkomen ten tijde van de echtscheiding. Aan de hand van deze gegevens wordt dan uitgerekend hoeveel kinderbijslagpunten er zijn en met het gezinsinkomen voorhanden kan dan worden uitgerekend hoeveel de ouders in hun specifieke situatie gemiddeld aan hun kinderen uitgeven. Dat is natuurlijk gebaseerd op gemiddelden die het NIBUD heeft uitgerekend, maar die wel een goed beeld geven. Rechters hanteren doorgaans deze methode. Deze kosten omvatten zowel de kosten van verblijf bij een ouder als de overige, “verblijfsoverstijgende” kosten. Hieronder worden verstaan kosten van kleding, school, contributies en hobby’s en dergelijke. Beide ouders hebben te maken met kosten van verblijf van hun kinderen.
Dit bedrag dient naar rato van de draagkracht van beide ouders door hen tezamen te worden opgebracht. Gesteld dat de ene ouder tweemaal meer verdient dan de ander, dan dient het bedrag van de behoefte door drie te worden gedeeld en betaalt die ouder twee derde van dat bedrag.
Kinderen staan op het adres van een van hun ouders ingeschreven: daar hebben ze hun hoofdverblijf. Bij het systeem van kinderalimentatie betaalt de ouder waar de kinderen zijn ingeschreven meestal alle "verblijfsoverstijgende". kosten: school, hobby's en contributies. En daarnaast natuurlijk ook de verblijfskosten. De andere ouder heeft natuurlijk ook verblijfskosten voor de kinderen. Die kosten worden berekend door middel van een zogenaamde zorgkorting. Verblijven de kinderen gemiddeld 1 dag per week bij hem/haar, dan geldt een percentage van 15%, bij gemiddeld 2 dagen per week 25% en bij 3 dagen of meer een percentage van 35%.
Vaak wordt ten onrechte gedacht dat kinderalimentatie alleen is voor de gebruikelijke kosten en dus niet incidentele kosten zoals een fiets of schoolreis. Kinderalimentatie is een bijdrage van de ene ouder in de kosten die de andere ouder maakt voor de kinderen. Het is dus nooit een geheel kostendekkend bedrag, want de andere ouder heeft natuurlijk ook een bijdrageplicht. De ouder waar de kinderen hun hoofdverblijf hebben ontvangt naast de kinderalimentatie ook nog de Kinderbijslag en vaak ook nog het Kind Gebonden Budget. Zijn de kinderen jonger dan 12 jaar en werkt de ouder waar de kinderen staan ingeschreven in loondienst, dan is ook nog een fiscaal voordeel in de vorm van de combinatiekorting van toepassing.
De draagkracht van beide ouders wordt berekend aan de hand van hun inkomen. Daarbij worden, net als bij de behoeftebepaling, alle bruto inkomenscomponenten bij elkaar opgeteld en aan de hand daarvan wordt de belastingdruk uitgerekend. Bij de berekening van de draagkracht in het kader van de kinderalimentatie worden fiscale voordelen zoals bijvoorbeeld de aftrekbare hypotheekrente niet meegenomen. Uit het besteedbaar inkomen van iedere ouder wordt dan zijn/haar draagkracht volgens een bepaalde formule berekend. Naar rato van die draagkracht wordt dan ieders aandeel in de kosten van de kinderen berekend.
Kinderalimentatie wordt door de rechter vastgesteld in een beschikking. Maar de ouders mogen er natuurlijk ook zelf in onderling overleg afspraken over maken en die vastleggen in een overeenkomst. Let op: kinderalimentatie is onderworpen aan wettelijke indexering.
De vaststelling van de correcte uitgangspunten voor kinderalimentatie is maatwerk; de berekening is eigenlijk niet meer dan het uitvloeisel daarvan. Ik help je graag verder, als advocaat of in mediation.
Meestal wordt voor de berekening van de kosten van kinderen gebruik gemaakt van een zogeheten NIBUD-tabellenmethode. Die tabellen nemen drie factoren als uitgangspunt: het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en het gezinsinkomen ten tijde van de echtscheiding. Aan de hand van deze gegevens wordt dan uitgerekend hoeveel kinderbijslagpunten er zijn en met het gezinsinkomen voorhanden kan dan worden uitgerekend hoeveel de ouders in hun specifieke situatie gemiddeld aan hun kinderen uitgeven. Dat is natuurlijk gebaseerd op gemiddelden die het NIBUD heeft uitgerekend, maar die wel een goed beeld geven. Rechters hanteren doorgaans deze methode. Deze kosten omvatten zowel de kosten van verblijf bij een ouder als de overige, “verblijfsoverstijgende” kosten. Hieronder worden verstaan kosten van kleding, school, contributies en hobby’s en dergelijke. Beide ouders hebben te maken met kosten van verblijf van hun kinderen.
Dit bedrag dient naar rato van de draagkracht van beide ouders door hen tezamen te worden opgebracht. Gesteld dat de ene ouder tweemaal meer verdient dan de ander, dan dient het bedrag van de behoefte door drie te worden gedeeld en betaalt die ouder twee derde van dat bedrag.
Kinderen staan op het adres van een van hun ouders ingeschreven: daar hebben ze hun hoofdverblijf. Bij het systeem van kinderalimentatie betaalt de ouder waar de kinderen zijn ingeschreven meestal alle "verblijfsoverstijgende". kosten: school, hobby's en contributies. En daarnaast natuurlijk ook de verblijfskosten. De andere ouder heeft natuurlijk ook verblijfskosten voor de kinderen. Die kosten worden berekend door middel van een zogenaamde zorgkorting. Verblijven de kinderen gemiddeld 1 dag per week bij hem/haar, dan geldt een percentage van 15%, bij gemiddeld 2 dagen per week 25% en bij 3 dagen of meer een percentage van 35%.
Vaak wordt ten onrechte gedacht dat kinderalimentatie alleen is voor de gebruikelijke kosten en dus niet incidentele kosten zoals een fiets of schoolreis. Kinderalimentatie is een bijdrage van de ene ouder in de kosten die de andere ouder maakt voor de kinderen. Het is dus nooit een geheel kostendekkend bedrag, want de andere ouder heeft natuurlijk ook een bijdrageplicht. De ouder waar de kinderen hun hoofdverblijf hebben ontvangt naast de kinderalimentatie ook nog de Kinderbijslag en vaak ook nog het Kind Gebonden Budget. Zijn de kinderen jonger dan 12 jaar en werkt de ouder waar de kinderen staan ingeschreven in loondienst, dan is ook nog een fiscaal voordeel in de vorm van de combinatiekorting van toepassing.
De draagkracht van beide ouders wordt berekend aan de hand van hun inkomen. Daarbij worden, net als bij de behoeftebepaling, alle bruto inkomenscomponenten bij elkaar opgeteld en aan de hand daarvan wordt de belastingdruk uitgerekend. Bij de berekening van de draagkracht in het kader van de kinderalimentatie worden fiscale voordelen zoals bijvoorbeeld de aftrekbare hypotheekrente niet meegenomen. Uit het besteedbaar inkomen van iedere ouder wordt dan zijn/haar draagkracht volgens een bepaalde formule berekend. Naar rato van die draagkracht wordt dan ieders aandeel in de kosten van de kinderen berekend.
Kinderalimentatie wordt door de rechter vastgesteld in een beschikking. Maar de ouders mogen er natuurlijk ook zelf in onderling overleg afspraken over maken en die vastleggen in een overeenkomst. Let op: kinderalimentatie is onderworpen aan wettelijke indexering.
De vaststelling van de correcte uitgangspunten voor kinderalimentatie is maatwerk; de berekening is eigenlijk niet meer dan het uitvloeisel daarvan. Ik help je graag verder, als advocaat of in mediation.