moet ik ieder jaar indexering betalen?
In de wet (artikel 1 : 403A Burgerlijk Wetboek) staat dat de bedragen voorlevensonderhoud die door de rechter of in onderling overleg bij overeenkomst zijn vastgesteld jaarlijks automatisch ("van rechtswege") worden gewijzigd met een door de minister van justitie vast te stellen percentage. Dit percentage is gebaseerd op basis van het indexcijfer van lonen per 30 september van een bepaald jaar ten opzichte van het indexcijfer per 30 september in het voorgaand jaar.
Het is opletten geblazen, want dit staat meestal niet in de uitspraak vermeld, maar is dus toch van toepassing. In convenanten wordt het vaak wel vermeld. Het indexpercentage is doorgaans al in oktober bekend en kan bijvoorbeeld worden gevonden op de website van het LBIO. Het wordt meestal ook gepubliceerd in de landelijke kranten en op de grote nieuwssites. Het percentage voor 2021 bedraagt 3%. Dus als je in 2020 € 500,00 per maand betaalde, wordt dat per 1 januari 2021 automatisch € 515,00 per maand.
Dit zijn de percentages vanaf 1 januari 2017:
1017: 2,1%
2018: 1,5%
2019: 2,0%
2020: 2,5%
2021: 3,0%
2022: 1,9%
2023: 3,4%
Stel nu dat je er geen erg hebt gehad dat je die indexering moet betalen en dat degene aan wie je moet betalen, je ex bijvoorbeeld, er ook geen weet van had. Dat gebeurt de nodige mensen. het is echter geen excuus om dan maar niet te betalen. Formeel gezien heb je dan gedurende al die tijd een achterstand opgebouwd die je alsnog moet betalen. Met name wanneer het gaat om hoge bijdragen over een lange periode kan dat flink in de papieren lopen.
Maar nu het volgende. Stel, er is heel lang geprocedeerd over een alimentatie. Bij de rechtbank al een jaar en de rechtbank wijst het verzoek tot betaling van (bijvoorbeeld) partneralimentatie (en kan natuurlijk ook kinderalimentatie of beide zijn) af. De man hoeft niets te betalen. Maar de vrouw is het daar niet mee eens en gaat bij het Gerechtshof in hoger beroep. Het hof denkt er inderdaad anders over, doet op 8 januari 2020 uitspraak en beslist dat meneer met ingang van 1 september 2018, laten we zeggen, € 1.000,00 aan mevrouw moet betalen. Hoe zit het dan met de indexering? Gaat die nu in per 1 januari 2019? Dat is toch immers de "eerste 1 januari" na 1 september 2018?
Het antwoord is: de indexering over die € 1.000,00 gaat in per 1 januari 2021, dus "de eerste 1 januari" na de datum van de beschikking van het hof. Daarover bestaat nogal eens onduidelijkheid, maar onze hoogste rechter, de Hoge Raad, heeft al in 1974 (HR 29 november 1974, ECLI:NL:HR:1974:AC5511) beslist dat het zo zit.
Het is opletten geblazen, want dit staat meestal niet in de uitspraak vermeld, maar is dus toch van toepassing. In convenanten wordt het vaak wel vermeld. Het indexpercentage is doorgaans al in oktober bekend en kan bijvoorbeeld worden gevonden op de website van het LBIO. Het wordt meestal ook gepubliceerd in de landelijke kranten en op de grote nieuwssites. Het percentage voor 2021 bedraagt 3%. Dus als je in 2020 € 500,00 per maand betaalde, wordt dat per 1 januari 2021 automatisch € 515,00 per maand.
Dit zijn de percentages vanaf 1 januari 2017:
1017: 2,1%
2018: 1,5%
2019: 2,0%
2020: 2,5%
2021: 3,0%
2022: 1,9%
2023: 3,4%
Stel nu dat je er geen erg hebt gehad dat je die indexering moet betalen en dat degene aan wie je moet betalen, je ex bijvoorbeeld, er ook geen weet van had. Dat gebeurt de nodige mensen. het is echter geen excuus om dan maar niet te betalen. Formeel gezien heb je dan gedurende al die tijd een achterstand opgebouwd die je alsnog moet betalen. Met name wanneer het gaat om hoge bijdragen over een lange periode kan dat flink in de papieren lopen.
Maar nu het volgende. Stel, er is heel lang geprocedeerd over een alimentatie. Bij de rechtbank al een jaar en de rechtbank wijst het verzoek tot betaling van (bijvoorbeeld) partneralimentatie (en kan natuurlijk ook kinderalimentatie of beide zijn) af. De man hoeft niets te betalen. Maar de vrouw is het daar niet mee eens en gaat bij het Gerechtshof in hoger beroep. Het hof denkt er inderdaad anders over, doet op 8 januari 2020 uitspraak en beslist dat meneer met ingang van 1 september 2018, laten we zeggen, € 1.000,00 aan mevrouw moet betalen. Hoe zit het dan met de indexering? Gaat die nu in per 1 januari 2019? Dat is toch immers de "eerste 1 januari" na 1 september 2018?
Het antwoord is: de indexering over die € 1.000,00 gaat in per 1 januari 2021, dus "de eerste 1 januari" na de datum van de beschikking van het hof. Daarover bestaat nogal eens onduidelijkheid, maar onze hoogste rechter, de Hoge Raad, heeft al in 1974 (HR 29 november 1974, ECLI:NL:HR:1974:AC5511) beslist dat het zo zit.