Het huidig afstammingsrecht heeft twee basisbeginselen: het kind wordt geboren uit een moeder (en die dus bekend is) en een kind heeft maximaal twee ouders. Vanuit deze twee principes is de wetgeving over afstamming ontwikkeld.
Wanneer een kind wordt geboren uit het huwelijk van zijn ouders (man en vrouw), geldt dat de echtgenoot automatisch (juridisch) vader van het kind is. Daarmee heeft het kind dan twee ouders: zijn vader en zijn moeder en zij hebben ook automatisch samen het gezag over het kind. Bij samenwoners is dit niet het geval. De moeder is dan de enige ouder en alleen zij heeft het gezag. Dit betekent dat de vader het kind zal moeten erkennen om zo ook in juridisch opzicht ouder te zijn. Daarmee ben je er dan nog niet, want dan heb je als vader nog steeds niet het gezag over je kind. Om dat te bewerkstelligen zullen vader en moeder een verzoek bij de rechtbank moeten indienen tot gezamenlijke uitoefening van het gezag. Dat kan overigens betrekkelijk eenvoudig en langs digitale weg. Er is een wetsvoorstel in de maak dat regelt dat bij erkenning van het kind automatisch door de vader, deze ook het gezag (samen met moeder) krijgt. Dat is een enorme verbetering, want vaak genoeg kom ik vaders tegen die mij monter vertellen dat zij samen met moeder het gezag hebben. Maar als ik dan even doorvraag blijkt er alleen te zijn erkend, en daarmee verwerft vader dus nog niet het gezag.
Het is belangrijk te weten dat de regels over verkrijging van het gezamenlijk gezag met ingang van 1 januari 2023 wijzigen. Voor alle erkenningen, gedaan vanaf 1 januari 2023, geldt dat deze automatisch leiden tot gezamenlijke belasting met het gezag van vader en moeder. Het tijdstip van erkenning is beslissend voor het antwoord op de vraag welk recht van toepassing is: het oude of het nieuwe. Dus: kindje geboren in december 2022, door vader erkend op 16 januari 2023: gezamenlijk gezag. Ander voorbeeld: vader erkent in september 2022 de ongeboren vrucht. het kindje wordt op 5 januari 2023 geboren. Geen gezamenlijk gezag; dat moet dus nog door de ouders apart bij de rechtbank worden aangevraagd.
Lastiger wordt het wanneer de moeder het niet met de erkenning mee eens is. Dat komt veel vaker voor dan je misschien zou denken. Zij heeft bijvoorbeeld een korte relatie met vader gehad, is zwanger geraakt en de relatie is daarna verbroken. Vader wil het kind erkennen, maar moeder wil dit voorkomen. Volgens de wet kan vader niet erkennen zonder toestemming van moeder. Als vader dan toch wil erkennen zal hij een procedure bij de rechtbank moeten starten om van de rechtbank vervangende toestemming te krijgen om het kind te erkennen. Hij kan de rechtbank dan tevens verzoeken te bepalen dat hij voortaan samen met moeder het gezag over het kind heeft en ook verzoeken om vaststelling van een zorgregeling.
Het kan nog gecompliceerder worden: moeder wil niet dat vader erkent, heeft inmiddels een nieuwe relatie en wil dat die man het kind erkent, om daarmee te blokkeren dat de vader het kind (met tussenkomst van de rechter) erkent. Het is zaak dat vader dan snel handelt om te voorkomen dat hij zijn rechten verspeelt. Als er eenmaal door de ander is erkend wordt het een stuk lastiger om de zaak terug te draaien (maar het kan wel). Snel handelen door vader is in ieder geval geboden.
En wat te doen wanneer twee mensen in een echtscheiding verwikkeld zijn en moeder inmiddels een relatie heeft met een nieuwe partner en tijdens de echtscheidingsprocedure zwanger raakt van haar nieuwe partner? Als het kindje wordt geboren voordat de echtscheiding rond is, geldt dat het is geboren uit het huwelijk en zijn de (dan nog) echtgenoten juridisch gezien de ouders van het kindje en hebben zij het gezag. De echtgenoot zal dan een procedure moeten starten om het vaderschap "te ontkennen". Pas daarna ligt de weg voor de nieuwe partner open om het kind te erkennen.
Het lesbisch ouderschap is wettelijk geregeld. Wanneer twee vrouwen met elkaar gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap met elkaar hebben, kunnen zij ervoor kiezen dat een van hen wordt bevrucht met sperma van een donor om op die manier samen een kindje te hebben. Wordt het kind vervolgens geboren, dan geldt dat het uit het huwelijk van de twee vrouwen is geboren en zijn zij de ouders van het kind en hebben zij ook samen het gezag. Voorwaarde is dan wel dat dit gebeurt via een professionele kliniek, waarbij de zaaddonor anoniem blijft. Voor twee mannen die met elkaar gehuwd zijn ligt dit lastiger; zij zullen nog hun toevlucht moeten nemen tot de adoptie.
De commissie herijking ouderschap is al geruime tijd bezig met de ontwikkeling van voorstellen om de bestaande wetgeving aan te passen aan de maatschappelijke maatstaven van deze tijd. De algemene opvatting is dat de huidige wetgeving verouderd is en niet meer past in deze tijd waarin op veel meer verschillende wijze invulling wordt gegeven aan relaties. Op 7 december 2016 publiceerde deze commissie haar rapport. Sindsdien is er veel discussie binnen de coalitiepartijen geweest over dit rapport. Met name de confessionele regeringspartijen hebben moeite met al te grote wijzigingen. Zij zien het huwelijk en het traditioneel gezin nog steeds als een hoeksteen van de samenleving. Intussen wordt er vanuit diverse belangengroeperingen voor gepleit dat het "regenboog-ouderschap" goed wordt geregeld. Het wetsvoorstel, zoals dat nu voorligt, is door veel belangengroeperingen met de nodige teleurstelling ontvangen, omdat de voorgestelde nieuwe regelgeving hen niet ver genoeg gaat. Het kabinet heeft ook pas in 2019 zijn reactie gegeven en het wetsvoorstel wordt momenteel behandeld in de vaste kamercommissie (Veiligheid en Justitie) van de Tweede Kamer.
Kortom, een belangrijk onderwerp met gecompliceerde regelgeving dat aan verandering onderhevig is. Als advocaat, gespecialiseerd in familierecht, ben ik geheel thuis in deze regelgeving en help ik je graag verder als advocaat of mediator.
Wanneer een kind wordt geboren uit het huwelijk van zijn ouders (man en vrouw), geldt dat de echtgenoot automatisch (juridisch) vader van het kind is. Daarmee heeft het kind dan twee ouders: zijn vader en zijn moeder en zij hebben ook automatisch samen het gezag over het kind. Bij samenwoners is dit niet het geval. De moeder is dan de enige ouder en alleen zij heeft het gezag. Dit betekent dat de vader het kind zal moeten erkennen om zo ook in juridisch opzicht ouder te zijn. Daarmee ben je er dan nog niet, want dan heb je als vader nog steeds niet het gezag over je kind. Om dat te bewerkstelligen zullen vader en moeder een verzoek bij de rechtbank moeten indienen tot gezamenlijke uitoefening van het gezag. Dat kan overigens betrekkelijk eenvoudig en langs digitale weg. Er is een wetsvoorstel in de maak dat regelt dat bij erkenning van het kind automatisch door de vader, deze ook het gezag (samen met moeder) krijgt. Dat is een enorme verbetering, want vaak genoeg kom ik vaders tegen die mij monter vertellen dat zij samen met moeder het gezag hebben. Maar als ik dan even doorvraag blijkt er alleen te zijn erkend, en daarmee verwerft vader dus nog niet het gezag.
Het is belangrijk te weten dat de regels over verkrijging van het gezamenlijk gezag met ingang van 1 januari 2023 wijzigen. Voor alle erkenningen, gedaan vanaf 1 januari 2023, geldt dat deze automatisch leiden tot gezamenlijke belasting met het gezag van vader en moeder. Het tijdstip van erkenning is beslissend voor het antwoord op de vraag welk recht van toepassing is: het oude of het nieuwe. Dus: kindje geboren in december 2022, door vader erkend op 16 januari 2023: gezamenlijk gezag. Ander voorbeeld: vader erkent in september 2022 de ongeboren vrucht. het kindje wordt op 5 januari 2023 geboren. Geen gezamenlijk gezag; dat moet dus nog door de ouders apart bij de rechtbank worden aangevraagd.
Lastiger wordt het wanneer de moeder het niet met de erkenning mee eens is. Dat komt veel vaker voor dan je misschien zou denken. Zij heeft bijvoorbeeld een korte relatie met vader gehad, is zwanger geraakt en de relatie is daarna verbroken. Vader wil het kind erkennen, maar moeder wil dit voorkomen. Volgens de wet kan vader niet erkennen zonder toestemming van moeder. Als vader dan toch wil erkennen zal hij een procedure bij de rechtbank moeten starten om van de rechtbank vervangende toestemming te krijgen om het kind te erkennen. Hij kan de rechtbank dan tevens verzoeken te bepalen dat hij voortaan samen met moeder het gezag over het kind heeft en ook verzoeken om vaststelling van een zorgregeling.
Het kan nog gecompliceerder worden: moeder wil niet dat vader erkent, heeft inmiddels een nieuwe relatie en wil dat die man het kind erkent, om daarmee te blokkeren dat de vader het kind (met tussenkomst van de rechter) erkent. Het is zaak dat vader dan snel handelt om te voorkomen dat hij zijn rechten verspeelt. Als er eenmaal door de ander is erkend wordt het een stuk lastiger om de zaak terug te draaien (maar het kan wel). Snel handelen door vader is in ieder geval geboden.
En wat te doen wanneer twee mensen in een echtscheiding verwikkeld zijn en moeder inmiddels een relatie heeft met een nieuwe partner en tijdens de echtscheidingsprocedure zwanger raakt van haar nieuwe partner? Als het kindje wordt geboren voordat de echtscheiding rond is, geldt dat het is geboren uit het huwelijk en zijn de (dan nog) echtgenoten juridisch gezien de ouders van het kindje en hebben zij het gezag. De echtgenoot zal dan een procedure moeten starten om het vaderschap "te ontkennen". Pas daarna ligt de weg voor de nieuwe partner open om het kind te erkennen.
Het lesbisch ouderschap is wettelijk geregeld. Wanneer twee vrouwen met elkaar gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap met elkaar hebben, kunnen zij ervoor kiezen dat een van hen wordt bevrucht met sperma van een donor om op die manier samen een kindje te hebben. Wordt het kind vervolgens geboren, dan geldt dat het uit het huwelijk van de twee vrouwen is geboren en zijn zij de ouders van het kind en hebben zij ook samen het gezag. Voorwaarde is dan wel dat dit gebeurt via een professionele kliniek, waarbij de zaaddonor anoniem blijft. Voor twee mannen die met elkaar gehuwd zijn ligt dit lastiger; zij zullen nog hun toevlucht moeten nemen tot de adoptie.
De commissie herijking ouderschap is al geruime tijd bezig met de ontwikkeling van voorstellen om de bestaande wetgeving aan te passen aan de maatschappelijke maatstaven van deze tijd. De algemene opvatting is dat de huidige wetgeving verouderd is en niet meer past in deze tijd waarin op veel meer verschillende wijze invulling wordt gegeven aan relaties. Op 7 december 2016 publiceerde deze commissie haar rapport. Sindsdien is er veel discussie binnen de coalitiepartijen geweest over dit rapport. Met name de confessionele regeringspartijen hebben moeite met al te grote wijzigingen. Zij zien het huwelijk en het traditioneel gezin nog steeds als een hoeksteen van de samenleving. Intussen wordt er vanuit diverse belangengroeperingen voor gepleit dat het "regenboog-ouderschap" goed wordt geregeld. Het wetsvoorstel, zoals dat nu voorligt, is door veel belangengroeperingen met de nodige teleurstelling ontvangen, omdat de voorgestelde nieuwe regelgeving hen niet ver genoeg gaat. Het kabinet heeft ook pas in 2019 zijn reactie gegeven en het wetsvoorstel wordt momenteel behandeld in de vaste kamercommissie (Veiligheid en Justitie) van de Tweede Kamer.
Kortom, een belangrijk onderwerp met gecompliceerde regelgeving dat aan verandering onderhevig is. Als advocaat, gespecialiseerd in familierecht, ben ik geheel thuis in deze regelgeving en help ik je graag verder als advocaat of mediator.